ONDERZOEK NAAR ONS ORGEL

Ons orgel heeft al heel wat omzwervingen meegemaakt voordat het bij ons terecht kwam. Het begon als huisorgel bij dr Abraham Stipriaan Luïscius in Delft, in de 18e eeuw, een bouwer is niet bekend.
Dr Stipriaan was wel bekend want daar zijn zelfs Stipriaantjes: hoest-pastilles naar genoemd. Hij woonde aan de ...
Maar verkocht zijn huis in ... Het orgel werd toen in 1820 door orgelbouwer Knipscheer geplaats in het instituuut voor Blinde kinderen in Amsterdam.
Orgelbouwer Bätz uit Utrecht plaatse daar echter in 1832 een groter orgel en verkocht ons huisorgel in 1833 aan de Kerkeraad in Hornhuizen.
In 1851 is het orgel uit elkaar geweest omdat het kerkgebouw werd vervangen.
Bij het weer in elkaar zetten werden papieren van de kerkzolder, het archief blijkbaar gebruikt om het lekken van lucht van de deksel op de pijpen tegen te gaan. In 1900 is het in tweeën gesplits: het bovenklavier is in Hornhuizen gebleven en het onder klavier is verwijderd (precies zo’n klavier) en met de helft van de pijpen door orgelrestaurateur Doornbos meegenomen en voor ons orgel gebruikt.

Mevr. Natasja Reich is 12 jaar geleden uit Wenen voor stages tijdens de conservatoriumstudie naar Groningen gekomen omdat het hier het belangrijkste gebied is voor orgels van Europa. Ze doet hier de studie voor orgeladviseur, maar woont nu in de VS. Mevr Reich heeft eerder al stage gelopen bij orgelbouwer Reil in Heerde.

mevr Natasja Reich had van haar begeleider, dhr Peter van Dijk docent van het conservatorium, de opdracht gekregen om juist dit orgel te onderzoeken omdat hij zelf, (dhr van Dijk), al eerder dat van Hornhuizen had bekeken.
De bedoeling was uit te vinden welke pijpen uit het huisorgel kwamen en welke door Knipscheer in 1820 waren toegevoegd. En met name welke merktekens ze daarvoor gebruikten: op elke pijp staat de hoogte aangegeven, (soms wel vier verschillende als de pijp versneden is).

De combinatie met Frans Talstra bleek zeer nuttig voor mevr Natasja Reich aangezien Frans dit orgel destijds aan Hornhuizen heeft weten te koppelen door briefjes tussen de deksels op de gedekte pijpen die we nu ook weer hebben terug gevonden.
Verder heeft Frans het eerste boekje geschreven over orgels in Groningen Friesland en Drente en later meegewerkt aan de afzonderlijke boekjes over de groninger orgels waar die twee verhalen over Hornhuizen en Noordhorn in staan.
En hij heeft jarenlang op het archief gewerkt en kon dus zeggen welke merken door de lettervorm absoluut 18 eeuws waren en welke 19e eeuws of later.

Frans Talstra was de spil in dit onderzoek naar ons orgel en de stukjes in Groninger orgelboekjes zijn ook door hem zijn ondertekent met zijn initialen, maar mevr Natasja Reich heeft zelf het initiatief genomen hem hier bij te vragen.

Ik ben zelf ook bij het hele onderzoek aanwezig geweest. De bourdon is geinventariseerd en de octaaf twee. Meer was niet nodig.

Nu datgene wat aan het eind van het onderzoek gebeurde: de windmachine stopte er mee. en was niet meer aan te krijgen. Het nastemmen hebben we toen door handbediening van de balg gedaan.
Dit stond geheel los van het onderzoek, anders dan dat de windmachine wel hele tijd heeft aan gestaan, dat het een erg warme dag was en omdat maar zo nu en dan een toon werd aangeslagen de windmachine hele tijd tegen een volle balg heeft aan geblazen, maar dat is tijdens de dienst onder een preek niet anders.

's middags ben ik er met mijn broer, die vanwege zijn bedrijf veel met elektromotoren werkt, heengegaan, heb de motor uit het kastje gemonteerd en meegenomen.
Na meting bij een deskundige bleek alleen de condensator doorgebrand, na vervanging doet hij het nu weer.
Zondag kon het orgel dus weer gebruikt worden.